Lieve Ruben,

Mijn baby’tje, dat ben jij. Toch? Of nee wacht, oh ja, natuurlijk. We zijn al weer twee jaar verder. Wait.. whaaat? Daar komt ze weer met haar clichés hoor: wat gaat de tijd toch ongelofelijk hard. Ja, echt!

Ik zat vandaag foto’s terug te kijken van de dag dat je geboren bent. Ik weet nog precies hoe ik me voelde. Het was misschien wel de gelukkigste dag uit mijn leven. En dat is niet omdat ik mijn trouwdag niet leuk vond of omdat je zus me minder blij maakte op háár geboortedag. Maar de bevalling was nu ook nog zo voorspoedig gegaan en ik voelde me echt on top of the world. Helemaal in mijn element. We werden papa en mama van onze dochter én zoon. En het was prachtig. Stapelverliefd, dat waren we. En dat zijn we nog.

Want wat ben jij een leuk mannetje. Twee jaar oud en ik schrijf je een brief. Om je later te laten lezen hoe jij was. Wie je was en hoe je deed. En misschien zul je ooit jouw eigen kinderen, mochten die er komen, herkennen in mijn woorden. Je papa’s ouders zeggen vaak dat ze zoveel van jou herkennen, en dat je hen doet herinneren aan hoe Thijs als kleine jongen was.

Je bent een ontzettend lief mannetje. Een knuffelkont. Een tikkeltje verlegen. En een mama’s-kindje ook wel. Wij zijn twee handen op een buik. Jij kijkt de kat uit de boom als je een nieuwe ruimte binnenkomt en als je nieuwe mensen ontmoet. Terwijl je zus iedereen aanspreekt alsof ze ze al jaren kent. Jullie zijn zo anders en dat vind ik zo grappig om te zien. Jij lijkt heel erg op mij wat dat betreft. Ik ben ook meer verlegen en terughoudend.

Je kan ontzettend lief en zoet spelen met je treinen en auto’s. De houten treinbaan of de Duplo trein. De ene dag de een en de andere dag de ander. Boekjes lezen vind je heerlijk, als het maar over voertuigen gaat. En ook op straat word je euforisch als er een bus (van opa), een trein of een vrachtauto op je netvlies verschijnt. We zijn onlangs met je in de bus geweest, toen opa’s laatste busrit was, voor zijn pensioen. En ik kan niet wachten om een keer met je in een trein te stappen. Dat gaan we komend jaar zeker doen samen. Ik ben zo benieuwd hoe je dat vindt!

Samen met je zus zet je de boel hier wel op stelten. Lekker alle speelgoed uit de kast trekken of samen dansen op ‘de snollebollekes’ (ik moet nu al gniffelen bij het idee dat je dit over twintig jaar gaat opzoeken als je dit terugleest en dat je dan denkt je dat je vader en moeder gestoord waren, omdat we jullie hiernaar lieten luisteren). Ik hoop dat jullie dikke vriendjes blijven samen.

Lieve grote kleine boef van me! Ik ben zo blij dat jij bij ons bent. Dikke kus en een heel mooi derde levensjaar gewenst. Ik ben benieuwd wat we dit jaar allemaal weer met jou gaan beleven! Ik geniet van je. Elke dag weer.

Liefs, mama